
Beleidsvorming en overheidsbeleid
In 1962, bij de overdracht van Nederlands-Nieuw-Guinea aan Indonesië, kwam nog eens een kleine groep van circa 1.600 Molukkers naar Nederland. Dit waren vooral mensen die voor het Nederlands bestuur werkzaam waren en al de Nederlandse nationaliteit hadden.
Vanaf 1975 is het beleid van Nederland erop gericht om de Molukkers maar te laten integreren. Zo regelde een wet uit 1976 het permanente verblijfsrecht voor Molukkers en gaf hen ook de kans om gratis te naturaliseren.
Onderhandelingen tussen de Molukse gemeenschap en toenmalig premier Lubbers mondden in 1986 uit in een Gezamenlijke verklaring met afspraken om de positie van Molukkers te verbeteren. Sindsdien zijn er grote onderhandelingen geweest tussen de Molukkers en de Nederlandse regering.
Sinds 2017 laat de overheid via de collectieve erkenning zien wat de Indische en Molukse gemeenschap betekent voor Nederland, maar daar gaat het vooral over de kant waar Nederland aan de goede kant van de geschiedenis stond, maar niet de kant waar Nederland een complexere rol inneemt. Zoals de periode van 350 jaar overheersing, uitbuiting en de rol van Nederland bij de onafhankelijk van de RMS en opvang van Molukkers in Nederland.
Vooral de 3e en 4e generatie Molukkers vinden dat de Nederlandse regering onvoldoende onderneemt om de Molukse gemeenschap tegemoet te komen, zoals het behoud van de Molukse wijken en de politieke situatie op de Molukken. In 2021 zijn hier verschillende statements over gemaakt.
De Nederlandse regering ziet zich genoodzaakt om - mede naar aanleiding van een rechtzaak - de Molukkers tijdelijk naar Nederland over te brengen.
Vanaf 1951 waren er verschillende overtochten met 3.578 KNIL-militairen en 574 niet-militairen en hun gezinnen naar Nederland. Het grootste gedeelte van deze groep maakte onderdeel uit van een overbodig koloniaal leger. Het plan was om deze groep van 12.500 mensen daarom tijdelijk naar Nederland te sturen. In sommige gevallen zelfs onder druk van een dienstbevel. Aangekomen in Nederland volgde militair ontslag en opvang onder vaak erbarmelijke omstandigheden, zoals in voormalig concentratiekampen. De Molukkers worden geïsoleerd van de Nederlandse samenleving. Er werd weinig gecommuniceerd over de duur van het verblijf en een oplossing.
Tussen 1954 en 1962 emigreerden tientallen Molukse gezinnen op eigen verzoek naar de Verenigde Staten, veelal via de Pastor Walter overeenkomst. In de tweede helft van de jaren 50 willen sommige Molukkers in Indonesië. Ze hebben geen Nederlands paspoort maar voelen zich wel verbonden met Nederland. Ze zijn naar Nederlandse scholen geweest of ze werkten voor het Nederlandse bestuur, bedrijfsleven of het KNIL. Of zij voelen zich bedreigd en zien geen toekomst meer in eigen land. Nederland zat totaal niet op deze mensen te wachten, maar tussen 1957 en 1964 werden toch Molukkers naar Nederland overgebracht.