Kamervragen over brief aan RMS-regering: ‘Bent u bekend met de geschiedenis van de Molukse gemeenschap in Nederland?’
BIJ1 heeft eergisteren kamervragen ingediend naar aanleiding van een brief van de minister-president gericht aan de RMS-regering in ballingschap. De reactie van Rutte ‘is beledigend en grievend voor de Molukse gemeenschap die zich al ruim 70 jaar in Nederland bevindt’. Bovendien worden Molukkers in de brief onder de Indische gemeenschap geschaard.
Gebrek aan historisch besef
Het gebrek aan historisch besef in de brief van Rutte roept bij BIJ1 vragen op. De politieke partij wilt onder meer van het kabinet weten op welke kille wijze Molukkers in Nederland zijn ontvangen en door opeenvolgende Nederlandse regeringen worden genegeerd. Er wordt ook gevraagd hoe de Molukse gemeenschap in Nederland ‘erkenning, excuses en herstel verdient van de Nederlandse staat vanwege die kille behandeling.’
Onvrijwillige komst na uitroeping RMS
Eén van de vragen van fractievoorzitter Sylvana Simons gaat over de vestigingsgeschiedenis van Molukkers in Nederland en de gedwongen overtocht naar Nederland. Nadat Molukkers in 1950 een eigen Molukse staat hadden uitgeroepen op Ambon liet de Nederlandse overheid Molukse militairen uit het koloniale leger vanuit Java niet terugkeren naar Ambon. Dit terwijl deze militairen gedemobiliseerd mochten worden op een plek naar keuze. Simons wilt weten of Rutte bekend is met deze geschiedenis en of hij begrijpt dat de Molukse gemeenschap zich juist onderscheidt van de Indische Nederlanders. In de brief aan de RMS-regering in ballingschap worden Molukkers namelijk onder de Indische gemeenschap geschaard.
Geen punt. Oók Oost-Indië achter de komma
Maandagmiddag maakte Rutte namens de Nederlandse staat excuses voor het trans-Atlantische slavernijverleden. Het was een historisch excuses, maar bij Molukkers is met teleurstelling gereageerd op het onbenoemde en verzwegen onrecht in Azië, voormalig Nederlands-Indië en de Molukken. Dit terwijl volgens onderzoekers de slavenhandel en praktijken op plantages in voormalig Oost-Indië ‘omvangrijker en even bruut’ als in de Atlantische koloniën was. Eerder deze maand was daar ook al veel kritiek over.
Tijdens het zomerreces richtte de RMS-regering zich per brief aan koning Willem-Alexander, maar het ministerie van Algemene Zaken is vanwege de ministeriële verantwoordelijkheid verplicht om de brief te beantwoorden. Dat gebeurde op 14 oktober 2022.
Een speciale adviesgroep adviseerde het kabinet 1,5 jaar geleden dat erkenning van het trans-Atlantische slavernijverleden als een belangrijke stap van genoegdoening geldt voor de nazaten en bijdraagt aan een kritische blik van Nederland op de eigen geschiedenis. Het advies was niet gericht op het omvangrijke slavernijverleden in Oost-Indië.