De Molukse gemeenschap heeft geen crisis, het kabinet zit eerder in de maag met het Molukse dossier
Voor het eerst in ruim 30 jaar is er vanuit de Nederlandse regering toenadering gezocht richting de Molukse gemeenschap. Dit gesprek vindt vandaag plaats. De wijze waarop dit gesprek is georganiseerd is een nieuw dieptepunt in de lange relatie die Molukkers met de Nederlandse overheid hebben.
Wie de berichten op Facebook voorbij ziet komen, krijgt al snel de indruk dat Molukkers in Nederland anno 2022 verdeeld zijn. Want hoe verklaar je anders dat er aan een kant mensen zijn die iedere vorm van gesprek met bewindspersonen boycotten én aan de andere kant mensen die dankbaar zijn dat het kabinet oprecht een open gesprek wilt voeren met een aantal Molukkers. Toch?
Maar de waarheid is dat er geen crisis is in de Molukse gemeenschap, maar een crisis bij de Nederlandse regering. Het Molukkendossier wordt steeds als een hete aardappel doorgegeven aan nieuwe bewindspersonen. Kabinet op kabinet, al tientallen jaren. Met de opbrengsten van het CBS-rapport Molukkers in Nederland (waar tot op heden niets mee is gedaan), alle aandacht voor de speciale status voor graven van de 1e generatie Molukkers in tientallen gemeenten, burgemeesters die het kabinet oproepen om een gebaar te maken en kamervragen over de speciale status van Molukse wijken eind vorig jaar is er geen enkel excuus om een open gesprek zonder agenda te voeren.
Door de nieuwe bestuurscultuur in Den Haag zou alles anders worden. Politiek columnist Jos Heymans concludeerde in april 2022 al dat we barweinig zien van de nieuwe bestuurscultuur die ons is beloofd. ‘De leugentjes om bestwil, de hardnekkige ontkenningen, het haperende geheugen. Weg met de achterkamertjes, weg met de stiekeme overlegjes. We mogen voortaan alles weten.’ Door bezuinigingen, gebrek aan voorbereiding of desinteresse zien we weinig verandering. Kortom, doen wat gemakkelijk is en niet wat noodzakelijk is.
Dat het kabinet het herdenkingsjaar nu aangrijpt om een open gesprek zonder agenda te arrangeren is buitengewoon pijnlijk. Naar aanleiding van datzelfde herdenkingsjaar zijn door Jasper van Dijk en Wieke Paulusma verschillende keren kamervragen in de Tweede Kamer gesteld over een landelijke regeling voor de speciale status van de graven voor de 1e generatie en het verzoek om een onderzoek in te stellen naar de hoge sterfte onder kinderen vanwege de erbarmelijke omstandigheden in de woonoorden in de jaren ‘50. Het was notabene staatssecretaris Van Ooijen zelf die hier weinig heil in zag en vond ‘dat de Molukse gemeenschap hier maar zelf onderzoek naar moest doen.’ Waar de Franse president Macron vergiffenis vraagt voor de genocide in Rwanda en de Algerijnen die meevochten in het koloniale leger, daar maakt Koning Willem-Alexander doodleuk excuses voor het Nederlandse geweld in voormalig Nederlands-Indie, maar wordt er geen woord gerept over de eigen rol in het gedeelde verleden tussen Nederland en de Molukken.
Oké, de afgelopen 71 jaar in Nederland is gebleken dat met enkel actievoeren en veel frustratie onze gemeenschap niet vooruit komt. Maar laten we niet ontkennen dat er zaken zijn in onze gemeenschap die niet op orde zijn, want die zijn er ook zeker. Bespreek dát dan juist en wees daar open over.
We hoeven niemand te laten vallen vanwege politiek, geloof of eiland van afkomst of wat dan ook: maar laten we wel samen kritisch blijven op degene die het koekje verdeeld. Het is tijd om de aardappel niet meer te laten doorgeven aan de volgende generatie, hoe heet het Molukse dossier momenteel ook is. Als dát na ruim 30 jaar lukt, dan mogen we dankbaar zijn dat we samen iets voor elkaar hebben gekregen.
Kaja
* Dit bericht schrijf ik op persoonlijke titel