MOZA | Je dagelijkse portie Molukse Zaken

View Original

Rutte erkent Indonesië postuum vóór uitroeping RMS al als staat: ‘Indonesië sinds 1945 historisch feit’

Het Nederlandse kabinet wil zoveel mogelijk met de Indonesische regering optrekken om te kijken hoe het best uiting kan worden gegeven aan de Indonesische onafhankelijkheid. Dat meldt NU.nl zojuist. Dat begint met de erkenning van Nederlandse zijde van de onafhankelijkheidsdag van 17 augustus 1945. Premier Mark Rutte zegt die datum "volledig en zonder voorbehoud" te onderschrijven. Dat is bijna 5 jaar voordat de RMS werd uitgeroepen op Ambon.

Gedraai van Rutte

De Nederlandse regering weigerde onlangs internationale druk 17 augustus te erkennen als de Indonesische onafhankelijkheidsdag. In de praktijk erkende de regering al langer dat Indonesië in 1945 onafhankelijk was, maar hanteerde officieel 1949 nog als onafhankelijkheidsjaar. Vorig jaar benadrukte de regering nog geen heil te zien in het erkennen van die datum als officiële proclamatiedag. Tot vandaag. "Wij zien de Indonesische proclamatie als historisch feit", zegt Rutte woensdag tijdens het debat over het onderzoek naar de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog.

Politionele acties en geweld

Op 17 augustus 1945 sprak de Indonesische regering weliswaar de onafhankelijkheidsverklaring (proclamatie) uit waarmee de Republiek Indonesië werd opgericht. Nederland probeerde nog jarenlang de kolonie terug te krijgen. Onder het mom van het herstellen van de orde en het gezag werden politionele acties verricht. De koloniale oorlog kostte aan ongeveer 5.300 Nederlanders het leven, tegenover naar schatting circa 100.000 Indonesiërs.

De Kamer debatteerde woensdag over de onafhankelijkheidsoorlog van 1945 tot en met 1949. Daarover verscheen in februari dit jaar een uitgebreid onderzoek, getiteld Over de Grens. Het forse rapport van bijna zeshonderd pagina's schetst zeer gedetailleerd het afgrijselijke en bijna onbeschrijfelijke geweld in die periode. Dat rapport concludeert dat er sprake was van “extreem geweld op grote schaal” door de Nederlandse krijgsmacht. Politiek Den Haag wist hiervan, maar trad niet op.

Joko Widodo

Rutte gaat op aandringen van GroenLinks ook met de Indonesische president Joko Widodo overleggen hoe de onafhankelijkheidsdag op 17 augustus gevierd kan worden. "Ik ben bereid om te kijken hoe je nou samen de erkenning kan geven aan de Indonesische onafhankelijkheidsviering", zei Rutte in het debat. Nederland staat de laatste jaren vaker stil bij 17 augustus 1945. Zo stuurt de koning jaarlijks per telegram zijn felicitaties aan Indonesië.

Wél erkenning Indonesië, maar niet RMS

Het erkennen van Indonesië vanaf datum 17 augustus 1945 ligt gevoelig. De Verenigde Staten van Indonesië (Republik Indonesia Serikat werd op 27 december 1949 opgericht als rechtsopvolger van Nederlands-Indië. In 1950 ging deze republiek op in de eenheidsstaat van Indonesië toen de Republiek Indonesië de andere deelstaten opeiste. Als gevolg hiervan werd op 25 april 1950 de Republik Maluku Selatan (RMS) opgericht. Vanaf de jaren ‘50 heeft de Nederlandse regering als standpunt ingenomen dat zij geen rol heeft in de soevereiniteit van de afzonderlijke deelstaten. Dat is de voornaamste reden waarom de RMS nooit is erkend. Het is dan ook opvallend dat de Nederlandse regering met terugwerkende kracht wél een Indonesische (deel)staat erkend. Rutte erkent Indonesië postuum vóór de uitroeping van de RMS al als staat: ‘Indonesië is sinds 1945 een historisch feit.’

Veteranen

De Nederlandse regering heeft in 2011 excuses aangeboden aan de Indonesische bevolking voor de extreem gewelddadige periode. De koning bood drie jaar geleden excuses aan voor de periode van 1940 tot 1945. De overvloed aan excuses ligt gevoelig bij zowel Nederlandse veteranen als nazaten van Molukse geüniformeerden, vooral KNIL-militairen. Beide groepen waren slechts uitvoerders in een koloniale oorlog waarbij de toenmalige regering op de hoogte was van extreem geweld, maar niet optrad. Deze veteranen werden - volgens het standpunt van de Nederlandse regering - ingezet voor missies waarbij zij werkzaam waren voor bezetter.