MOZA | Je dagelijkse portie Molukse Zaken

View Original

Maleise les op school. Wat was het en waarom is het er niet meer?

71 jaar geleden brachten de Molukkers met hun komst naar Nederland ook de eigen taal mee, het Ambonees-Maleis. Veel Molukkers blijven hun familiegeschiedenis en -cultuur trouw. En taal is daar op z’n zachtst gezegd onderdeel van. In de jaren tachtig en negentig kregen Molukse kinderen Maleise les op de basisschool vanuit de regeling Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur (hierna: OETC). Deze regeling was omstreden, omdat wetenschappers van mening verschillen over de positieve effecten ervan. De eigen taal wordt door Molukkers nog steeds doorgegeven, maar wel op informelere manieren.

In het kort:

Het Maleis kent verschillende varianten. Bij de taal van de Molukkers spreken we over Ambonees-Maleis oftewel Pasar-Maleis, ontstaan onder invloed van het Portugees, het Nederlands en oorspronkelijke Molukse talen. Hierin wordt ”beta” of ”aku” in plaats van ”saya” gebruikt voor ”ik”, en ”katorang” (van ”kita orang”) voor ”wij”.

Daarnaast wordt in de kerk Hoog-Maleis gebruikt. Dat is de taal waaruit het Indonesisch en Maleisisch zijn ontstaan. Nederlandse Molukkers hanteren nog altijd voornamelijk de oude spelling: dj tegenover modern j, tj tegenover c, j tegenover y, ch tegenover kh; alleen werd oe al snel geschreven als u.

Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur

De eerste initiatieven voor onderwijs in de eigen taal ontstonden in de tweede helft van de jaren zestig van de vorige eeuw. Het was gericht op kinderen van Spaanse en Italiaanse ouders die in Nederland als gastarbeider werkten en binnen enkele jaren weer zouden terugkeren naar het land van herkomst. Om ervoor te zorgen dat de kinderen in het land van herkomst ook gelijk weer konden meedraaien in het onderwijs, werd een deel van het Spaanse en Italiaanse onderwijsprogramma in Nederland aangeboden. Het OETC werd dus bedacht met de gedachte dat mensen zouden terugkeren.

Maleise les

Na verloop van tijd volgden steeds meer Turkse en Marokkaanse kinderen onderwijs in de eigen taal en cultuur: nóg twee groepen die eigenlijk na een paar jaar zou terugkeren. In de jaren tachtig en negentig werd hier ook Maleise les voor Molukse kinderen aan toegevoegd. 

Kinderen werden op de eigen basisschool één of twee ochtenden opgehaald en gingen naar de Maleise les, meestal in een apart lokaal in het eigen schoolgebouw. Leerlingen zaten in principe met verschillende leerjaren bij elkaar, samen met een leerkracht. De leerkracht moest daarom differentiëren. De jonge kinderen maakten bijvoorbeeld een tekening van een ”kain kebaja” of “konde”, de oude kinderen gingen al bewuster met taal om. Deze ‘juf’ of ‘meester’ had ook een bevoegdheid nodig om Maleise les te kunnen geven.

Omstreden

Rond 1975 begon het besef al door te dringen dat een deel van de grote migrantengroep waarschijnlijk in Nederland zou blijven. Dit geldt ook voor de Molukkers. Zo regelde een wet uit 1976 het permanente verblijfsrecht voor Molukkers en gaf hen ook de kans om gratis te naturaliseren. In die periode verschoof ook de doelstelling van OETC. Onderwijs in de eigen taal moest vooral een positief effect hebben op de ontwikkeling van de Nederlandse taal.

Uit kamerstukken en wetenschappelijke artikelen blijkt dat OETC decennialang een uiterst beladen onderwerp was. Voorstanders van OETC menen dat deze lessen ervoor zorgen dat kinderen de Nederlandse taal beter beheersen, tegenstanders van OETC beweren juist het tegenovergestelde. De Onderwijsinspectie oordeelde in 1982 dat de effecten van OETC negatief waren. Er werd vervolgens nog een aantal grootschalige onderzoeken uitgezet. Maar wetenschappers bleven van mening verschillen over de positieve effecten van OETC op beheersing van de Nederlandse taal.

Eigen verantwoordelijkheid gemeenschap

In 2004 was het dan echt het einde. De regering besloot om OETC (inmiddels OALT) in te trekken omdat er onvoldoende bewijs was dat er positieve effecten voor het aanleren van het Nederlands door migrantenkinderen zijn. Achteraf logisch, omdat het concept juist was bedacht vanwege de ‘terugkeergedachte’. Hierover zei toenmalig Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Van der Hoeven:

Discussie tweetalig onderwijs laait weer op

Tweetalig onderwijs lijkt de afgelopen jaren juist weer in trek. Volgens Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationalisering in onderwijs, zijn er in Nederland ruim 1.150 basisscholen die al vanaf de onderbouw lesgeven in een ‘vreemde taal’. Meestal gaat het om zo’n vier uur per week

Uit onderzoek van MOZA blijkt dat verschillende scholen zich juist profileren door leerlingen een vak Friese taal, Spaans of Arabisch aan te bieden. Uit een themaonderzoek van de Inspectie van het Onderwijs uit 2019 blijkt dat ‘meertaligheid en het positief waarderen van taal en cultuur binnen de taalles en andere vakken leidt tot een optimalisatie van de leerprestaties (Agirdag en Kambel 2018; Le Pichon-Vorstman, 2013)’. Dat zegt dus dezelfde Inspectie van het Onderwijs die in de jaren 80 het startschot gaf om OETC af te schaffen.

Voordelen van tweetaligheid:
1. Hoe jonger een kind een tweede taal aangeboden krijgt, hoe makkelijker het wordt opgepikt
2.Kinderen zijn niet bang om in een tweede taal te spreken, zingen of een spelletje te doen
3. Als kinderen al vroeg spelenderwijs in aanraking komen met een vreemde taal, gaat het leren van die taal bijna vanzelf
4.Door het leren van een tweede taal worden de taalgebieden in de hersenen van jonge kinderen extra gestimuleerd
5. Een tweede taal maakt kinderen internationaal bewust
6. Kinderen zijn van nature leergierig en het leren van een vreemde taal is een leuke uitdaging
7. Als je kind gaat studeren heeft hij meer kans om op bepaalde opleidingen te komen en ook kan het hem later helpen bij zijn carrière
Bron: Ouders van Nu

Molukse taal als identiteit, bale ke….

In het Reformatorisch Dagblad van 19 februari 2021 werden verschillende Molukkers geïnterviewd over de eigen taal. In dat artikel werd de sterk teruglopende kerkgang onder Molukkers en de verminderde overdracht van de taal op de volgende generaties genoemd. ‘Daarin volgt de taal het algemene patroon van moedertaalverlies bij migranten,’ aldus het dagblad.

Toch geven Molukkers hun geschiedenis en cultuur niet op, maar wordt dit op een andere wijze ingevuld. Via verschillende Molukse stichtingen worden taalcursussen door bekwame docenten aangeboden. Maar er zijn ook talloze voorbeelden te noemen waardoor de taal informeel al wordt overgedragen hetzij op een andere manier. Daarbij wordt meertaligheid vooral gebruikt als identiteitsvorming of uit praktische overwegingen. Bijvoorbeeld voor het contact met grootouders, contact met familie op de Molukken en projecten op de Molukken. Daarnaast maken verschillende Molukse artiesten uit de 3e en 4e generatie - zoals Sala en RAFA - bewust muziek in de eigen taal (soms vermengd met Nederlands of Engels). Daarnaast wordt er ook kunst gemaakt die verwijst naar de eigen taal en zelfs de Molukse oertaal.

Met alle WhatsApp-videocalls naar familie op de Molukken en iets meer Molukse rap luisteren samen met de kinderen, geven we de taal dus al door zonder dat we erbij stilstaan. Met of zonder ‘Maleise les’.


Gebruikte bronnen:

‘Voorlezen aan je baby: leerzaam en plezierig!’, OCO (15 juni 2022)

‘Ambonees-Maleis als moedertaal’, Reformatorisch Dagblad van 19 februari 2021

https://www.kaju-putih.nl/maleise-les/

Nota naar aanleiding van verslag bij Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs, onder meer in verband met de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs in allochtone levende talen, ontvangen op 20 april 2004

‘Einde in zicht van onderwijs in eigen taal?’ OALT als speelbal van politieke veranderingen, B. Bossers in Onze Taal, 2003