Kenniscentrum immaterieel erfgoed: ‘Papeda is een stukje erfgoed van de Molukkers. Zij zijn de enigen die het kunnen doorgeven’
Het klaarmaken en slurpen van papeda is onlangs opgenomen in de inventaris immaterieel erfgoed. Sommige Molukkers zijn een beetje geschrokken van het nieuws. Tijd om op onderzoek te gaan. MOZA interviewde het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland dat deze inventaris coördineert: een gesprek over doorgeven van tradities, van wie papeda nou eigenlijk is en waarom een Molukse traditie zoals papeda slurpen nu ook erfgoed is.
Om maar gelijk met de deur in huis te vallen. Papeda is kort geleden opgenomen in jullie register. Wat is er precies opgenomen?
‘Zowel het klaarmaken als het slurpen van papeda zijn opgenomen in het register. We hebben begrepen dat papeda voor veel mensen iets wezenlijk is. Maar hoe bereidt je dat en hoe geef je die traditie door? Daar raakt het een stukje erfgoed.’
Sommige mensen zijn een beetje geschrokken van het nieuws. ‘Lekker koloniaal dat Nederland alles toe-eigent’. Wat vind je daarvan?
‘Dat is absoluut niet zo. We werken juist samen met beoefenaars van het stukje erfgoed. Als er vanuit een erfgoedgemeenschap behoefte is om iets met erfgoed te doen, dan denken we mee. Maar mochten jullie mogen denken dat het niet meer hoeft, dan schrijven we papeda uit.’
Is papeda nu ook Nederlands erfgoed?
‘Nee, dat ook niet. Het zit als volgt. Bijna alle landen in de wereld zijn vanwege het UNESCO-verdrag verplicht om immaterieel erfgoed op het eigen grondgebied te inventariseren. Die verplichting hebben wij (Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland, red.) in Nederland. Het gaat om het inventariseren van immaterieel ín Nederland, niet ván Nederland.’
Dus als er veel Molukse papedaliefhebbers in België hadden gewoond, dan had het daar ook kans van slagen gehad?
‘In theorie wel.’
Spreken we dan eerder over Moluks immaterieel erfgoed?
‘Zo labelen we het als kenniscentrum niet. Het is aan een erfgoedgemeenschap om zich aan te melden. Wij als kenniscentrum kunnen dat niet. Sterker nog: ik weet zelf niet hoe je papeda klaarmaakt. Wat ik wel weet is dat deze traditie voor de erfgoedgemeenschap - in dit geval Molukkers - belangrijk is.
Het klaarmaken en slurpen van papeda is opgenomen in jullie inventaris. Wat houdt dat in?
‘Dat is voor ieder stukje erfgoed anders. Maar dan kan je denken aan het faciliteren van cursussen, voorlichtingen of bijeenkomsten. In dit geval houdt het in dat we kunnen ondersteunen in het borgen van de papeda-traditie. Iedere drie jaar proberen we te adviseren om de traditie beter te kunnen doorgeven. Tenzij dat natuurlijk niet meer hoeft.’
Zijn er andere voorbeelden van gerechten die (al dan niet in combinatie met het bereiden ervan) ook in de inventaris zijn opgenomen?
‘Boerenkaas.’
Want?
‘Dat is per definitie kaas van zelf kazende boeren. De melk komt van de eigen boerderij en de koeien grazen in een straal van 5 kilometer. Het is ambtelijke kaas. Maar ook de Tielsche kermiskoek is een voorbeeld. Dat is een soort ontbijtkoek die een tijd moet rijpen. Deze kermiskoek werd gekocht door boerenzonen en zij gaven deze aan een meisje als zij verliefd waren. Na een week of twee ging de boerenzoon op zondag bij de jonge vrouw op de koffie. Serveerde zij hem een plak van de kermiskoek, dan bekende zij daarmee dat de liefde wederzijds is. Bleef het enkel bij koffie, dan wees zij het aanzoek af.’
Dat is een prachtig verhaal. In hoeverre gaat het dan om het maken en in hoeverre om het verhaal?
‘Het is een combinatie. Dat is ook niet aan ons. Ons kenniscentrum hoeft niet te weten welke ingrediënten er in kermiskoek of papeda zitten. We helpen enkel met het doorgeven van de traditie of het ritueel. Dat is heel breed en in dit geval papeda. Bij de erfgoedgemeenschap zelf zit ook de meeste kennis over het bewuste erfgoed. Bij papeda zijn dat de Molukkers, want het is ook van jullie. Zij zijn de enigen die het ook door kunnen geven.’
Wat hoop je dat er met de papeda-traditie gebeurt?
‘Het bijschrijven in onze inventaris is niet het doel. Het borgen van een stukje erfgoed is slechts een middel om de traditie door te geven. Wij helpen slechts om een andere manier naar erfgoed te kijken. Maar het is aan de beoefenaars van het erfgoed om ermee aan de slag te gaan en het te behouden.’
Het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland helpt beoefenaars van immaterieel erfgoed in Nederland conform het UNESCO-Verdrag. Onder andere door ervoor te zorgen dat erfgoed blijft bestaan, word gepromoot of wordt doorgegeven.
Het UNESCO Verdrag inzake Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed beschrijft immaterieel erfgoed als de bron van culturele diversiteit en als een garantie voor duurzame ontwikkeling. Immaterieel erfgoed versterkt het gevoel van identiteit en continuïteit van gemeenschappen, groepen en individuen en bevordert het respect voor culturele diversiteit en menselijke creativiteit.
De aanvraag om toegelaten te worden tot de inventaris van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland is gedaan door Stichting Muhabbat.